Noorwegen is een langgerekt fjordenland en bij vele toeristen zeer geliefd. Velen vinden hier wat zij tijdens hun vakantie zoeken: rust, ruimte, frisse lucht en ongerept natuurschoon. Gezien de geringe bevolkingsdichtheid is er een uitgebreid scala aan wilde dieren, zoals rendieren, wolven, elanden, herten en beren.
Ook liefhebbers voor steden kunnen hun hart ophalen in Noorwegen. In de hoofdstad, Oslo, vind u vooral veel kunst & cultuur, maar ook de oude koningssteden als Bergen en Trondheim zijn het bezoeken waard. Dankzij de middernachtszon is het de hele zomer extra lang licht, waardoor u extra lang kunt genieten van uw vakantie.
Betoverend Noorwegen
"Hei, hei" De eerste woorden van de Noorse schone klinken vrolijk en zangerig. Het 'hei hei' hoor je de hele dag en geeft je het gevoel dat je wordt aangesproken door een vriend in plaats van door een wildvreemde. Een gevoel dat de 'nononsense' Noren ons de hele reis tijdens onze trip langs de kust hebben gegeven; het vriendelijke volk van de wipneuzen, de blonde haren en de drie extra letters in het alfabet.....
Bergen is het startpunt van deze trip en een goed begin van een avontuurlijke vakantie in Noorwegen. In deze voor Noorse begrippen druk te noemen stad ligt het geboortehuis van de bekende componist Edvard Grieg, de 'Mozart van Noorwegen'. Een naam die misschien niet direct een belletje doet rinkelen, maar de eerste pianoklanten van 'Spring' of "Peer Gynt Suite' des te meer. Bergen is een soort geleidelijke overgang tussen ons overvolle, drukke Nederland naar het ruime, rustige Scandinavië. Hier kun je letterlijk alle kanten op: winkelen, uitgaan, lekker eten, musea bezoeken, maar ook wandelen en je vergapen aan de mooie natuur.
Vanuit deze stad aan de westkust kun je met de Fløybanen, een kabeltrein de berg op, naar een netwerk van wandelpaden met bossen en meren. Na het acclimatiserenin de een na grootste stad van dit land nemen we een duik in de natuur door op weg te gaan naar het vruchtbare Hardangerfjord daagt uit tot sportieve activiteiten. Zo gaan wij de Folgefonnagletsjer op, de derde langste gletsjer van Noorwegen. Twee ervaren klimmers zijn onze gids. Wij krijgen bergschoenen met stijgijzers, een ijsbijl en klimgordel en worden met een stuk touw aan een groep van acht mensen 'gehaakt'. Voor het geval dat.... "Loop als een 'leanback-cowboy', alsof je heel cool bent" zegt onze gids. "En vergeet niet je benen op heupbreedte te zetten als je loopt". Hij vermeldt niet waarom en, eigenwijs als ik ben sla ik deze rare raad in de wind. Nog geen tien stappen in de eeuwige sneeuw en de les is me duidelijk: de gaten zitten in mijn broek. De ijzers zijn vlijmscherp. De klim naar boven is zwaar maar het uitzicht maakt alles goed. Eenmaal boven, als we de diepe gletsjerspleten hebben overwonnen, houden we een picknick met uitzicht over de zee, de bergen, de fjorden en al het ijsblauw om ons heen. Zoals Rolf Jacobsen, de 'groene Noorse dichter' zei: "Ik heb een zwakke plek voor deze immense berg met zijn stilte, waar de vingers van de Noordzee de mensheid in de gaten houden".
Deze 6000 jaar oude gletsjer was vroeger de bron van inkomsten in de Hardangerfjord. Mensen brachten brokken ijs naar beneden en kregen betaald per stuk. Ditzelfde water is nu gebotteld, drie locale meiden hebben een bedrijfje opgezet en het water de naam 'Isklar' gegeven. Vanaf het Hardangerfjord rijden we naar het noordelijk gelegen Myrdal, het startpunt van een trein-fiets-boottrip. De Flåmbana (Flåmspoorbaan)is één van de steilste treintrajecten ter wereld en een knap staaltje Noors vakmanschap: de rails liggen gekronkeld door de bergen. Halverwege de trip stappen we uit waar de bus met aanhanger vol mountainbikes klaarstaat voor een trip downhill naar Flåm, een dorpje aan het Aurlandsfjord, het langste fjord ter wereld. Voor het eerst deze vakantie regent het. 'Noren kennen geen slecht weer, alleen slechte kleding' Het gezegde klopt als een bus, zo blijkt: de gids tovert regenkleding tevoorschijn.
Aangekomen in Flåm gaan we op Fjord Safari. De snelle, open boot ligt klaar en het regent nog steeds. Weer blijkt dat de inwoners daar totaal niet van onder de indruk zijn. We krijgen een regenpak aan, daaroverheen een zeilpak, een muts, reuzenlaarzen en wanten. Om de modieuze outfit compleet te maken, komt over de muts nog een grote skibril. Het enige wat nog nat kan worden is het puntje van de neus. De boot vaart door (opgenomen op de Werelderfgoedlijst van UNESCO) het Sognefjord, het Aurlandsfjord en het Nærofjord. Langs de extreem steile bergwanden zijn boerderijtjes geplakt.
We zakken af naar Stavanger, dé oliestad van Noorwegen. Een klein stadje met een gigantische trekpleister: de Preikestolen, letterlijk vertaald: Preekstoel. We lopen zo'n twee uur naar de 600 meter hoge rots, hangend boven de Lysefjorden. Zwetend komen we aan bij het plateau van 20 bij 25 meter, bijna vlak. Van dit punt springen parapenters af, maar op de rand staan of zelfs zitten is al eng genoeg. Ver, heel ver beneden ons vaart een bootje, in de verte liggen de bergen, de zon schijnt en weerspiegelt op het water, de wolken in de verte....Logisch dat Grieg in dit land zijn inspiratie opdeed voor zijn mooie muziek. Zo veel moois is moeilijk om te zetten in woorden. Hij slaagde erin met noten.
Uit de Telegraaf/Reiskrant van 11 september 2010 door Caroline Vlietstra